Als de laatste bank haar deuren sluit, is het een man die het licht uitdoet

Duizenden banen gaan verdwijnen bij ING. De bank zal dat aanstaande maandag bekendmaken, tijdens een bijeenkomst met investeerders en analisten, zo meldde het FD vrijdag. Schrappen van duizenden banen is de nieuwe corebusiness van de grootbanken. Die zijn immers veel te vet om de strijd aan te kunnen met nieuwe concurrenten. De term ‘grootbank’ op zich dekt de lading niet. Kleinbanken, die hebben de toekomst. Of ­beter: kleine niet-banken.

Want waarom zou je een bank willen zijn als je met een handvol handige programmeurs, een snelle clouddienst, een app en aantal slimme, zelflerende programma’s concurrerende betaalsystemen, vermogensbeheerders en kredietverstrekkers in de lucht kunt houden? De banken zijn de trekschuiten van de 21ste eeuw. Ze varen keurig op tijd en waren ooit de bron van economische voorspoed voor Nederland, maar wie van A naar B wil, kan inmiddels ook kiezen voor de trein, de auto of het vliegtuig. Sneller, goedkoper, efficiënter.

De Nederlandse banken zien dat natuurlijk ook, en hopen net voor het te laat is zichzelf om te vormen van trekschuit naar Tesla. Men omarmt fintech-bedrijven, experimenteert met bitcoin en blockchain en vervangt met nerveuze ijver bureaustoelen door zitzakken, in de hoop iets van het besmettelijke start-up-virus op te pikken. ING-werknemers, bijvoorbeeld zitten niet meer op een afdeling van een bepaalde divisie, maar zijn sinds vorig jaar zomer onderdeel van een ‘squad’ binnen een bepaalde ‘tribe’. Afdelingen bestaan niet meer en zijn vervangen door ‘zelfsturende, autonome eenheden met end-to-end verantwoordelijkheden’. ING wil net zo ‘agile’ zijn als Spotify, Netflix en Google.

Daar kun je cynisch over doen, maar ik zie het eerder als een dappere vlucht naar voren. De bancaire wereld verandert zo snel en de concurrentie van nieuwe technologiebedrijven werkt zo verstorend, dat een bank alles moet proberen wat mogelijk is om aan te haken. Dat daar een totaal nieuwe manier van werken en organiseren bij hoort, is evident. Meer doen met minder mensen staat op nummer één tijdens deze overlevingsstrijd. Wie moet concurreren met fintech-start-ups zonder personeel, vermogen en oude computersystemen weet dat afslanken en vernieuwen prioriteit heeft. Nergens worden daarom zoveel functies geschrapt al bij de banken. Rabobank zag het werknemersbestand sinds 2007 met zo’n 7000 fte’s dalen, ABN Amro zetten een streep door bijna 8000 banen en bij ING gingen een al een kleine 5000 arbeidsplaatsen verloren. En dan moeten de grote reorganisaties nog beginnen.

Gemeten als percentage van de totale Nederlandse werkgelegenheid, was twintig jaar geleden ruim 2% van de Nederlanders werkzaam in het bankwezen. Dat percentage groeide in de jaren na 1995, tot het rond de eeuwwisseling piekte op bijna 2,2%. In absolute aantallen werkten er toen 161.000 Nederlanders bij een bank. Na het jaar 2000 zette de daling in. In 2015 werkte nog maar 123.000 mensen in de bancaire sector, dat is iets meer dan 1,5% van de totale werkgelegenheid van werknemers.

Dit zijn cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Informatie over het type banen dat verdween, biedt deze bron niet. Ongetwijfeld waren het vooral administratieve functies die weg gereorganiseerd werden. De computer rukte op deze eeuw, dus veel werk werd geautomatiseerd. Tegelijkertijd werd mens-tot-mens klantcontact vervangen door onlinediensten.

Een opvallend gevolg van deze veranderingen is dat de bank steeds mannelijker werd. Dat valt af te lezen aan de CBS-cijfers. In 1995 was iets meer dan 1,8% van de mannelijke werknemers werkzaam in de bancaire sector. Voor vrouwen was dat 2,3%. In 2015 (het recentste jaar waarvoor deze informatie beschikbaar is), had iets minder dan 1,8% van de werkende mannen een baan bij een bank. Voor vrouwen was dat nog maar 1,4%. Anders berekend: in 1995 waren van iedere twintig bankmedewerkers elf mannen en negen vrouwen. Nu is dat: dertien mannen en zeven vrouwen. De reorganisaties gingen blijkbaar vooral ten kostte van banen die traditioneel door vrouwen werden ingevuld.

Gokje: de laatste bankier is een man.

(FD)