Deze kabinetsperiode komt de staatsschuld een stuk lager uit dan eerder gedacht. Nee, dat is niet de boodschap die u de afgelopen week hoorde. Maar het is wel een van de belangrijkste conclusies van de veelbesproken CPB-doorrekening.
Door de vele miljarden die de coalitie wil uitgeven aan klimaat, stikstof, defensie en sociale zekerheid, blijft het begrotingstekort de komende jaren hoog. In 2025 staat het tekort op 2,7% van het bbp, rekende het Planbureau uit. Dat ligt griezelig dicht bij het Europese maximum van 3%. Er hoeft maar iets te gebeuren — een uitgaventegenvaller, een recessie — en het tekort schiet door dat plafond.
Maar de extra uitgaven zorgen ook voor meer groei (0,5 procentpunt) en iets meer inflatie (0,2 procentpunt). Daardoor stijgt de staatsschuldquote veel minder dan gedacht. In plaats van de ruim 60% waarmee de coalitie volgens eigen berekeningen de Europese regels in 2025 net zou breken, komt het CPB op een schuld van 56,1%. Dat scheelt nogal. In 2021 kwam de staatsschuld volgens een schatting van De Nederlandsche Bank uit op 55,7%. Dus ondanks alle nieuwe miljardenfondsen en voorgenomen extra overheidsuitgaven, blijft de schuld de komende vier jaar opvallend constant.
Dat is een verrassende vaststelling, in een week waarin het vooral ging over hoe het nieuwe kabinet schulden doorschuift naar volgende generaties. Bij ongewijzigd beleid kan de staatsschuld oplopen naar bijna 92% in 2060, stelde het CPB. Dat zou het hoogste percentage zijn sinds 1954, toen Nederland met een grote schuld uit de oorlog verrees. Onverantwoord en gevaarlijk, vond vriend en vijand.
Maar tijdens de eigen regeerperiode blijft de schuld dus onder controle. Die 92% komt pas in zicht als alle negen tot tien volgende kabinetten hetzelfde beleid blijven voeren als Rutte IV. Want dat is de veronderstelling waarmee het CPB rekent: wat zou er gebeuren met de staatsschuld als we 38 jaar lang het beleid van dit kabinet zouden voortzetten. Daarbij gaat het Planbureau er ook nog van uit dat uitgaven waarvan Rutte zegt dat ze tijdelijk zijn, tot in lengte der jaren worden doorgezet. Het Klimaatfonds, bijvoorbeeld, is volgens het coalitieakkoord per 2030 leeg en opgeheven, maar het CPB denkt dat daarna telkens weer hetzelfde bedrag voor klimaatbeleid wordt gereserveerd.
Op zich is dat logisch, want in 2050 wil Nederland klimaatneutraal zijn. Maar een vreemd effect van deze redenering is wel dat naarmate het huidige kabinet meer uitgeeft aan klimaat, toekomstige kabinetten dat automatisch ook moeten doen. Terwijl je met wat gezond verstand toch kunt zien dat als we nu meer doen, er straks minder nodig is. En vice versa. Dit kabinet voorkomt toekomstige klimaatkosten van volgende kabinetten, maar bij het CPB wakkert ze die juist aan.
Minstens zo belangrijk: voorspellingen voor 2060 kun je niet echt serieus nemen. Rekenen met zo’n lange periode zorgt ervoor dat kleine veranderingen in veronderstellingen grote gevolgen hebben. Alsof je met een stok van tien meter lang probeert de toekomst aan te wijzen. Een kleine trilling in de pols en de uitslag verandert dramatisch.
Om dat te laten zien, heb ik met een rekenprogramma van het CPB zelf, de staatsschuld in 2060 berekend, onder verschillende aannames. Het resultaat ziet u in de grafiek. Dan blijkt dat kleine veranderingen grote gevolgen hebben. Een beetje minder groei en een wat hogere rente en de schuld ontploft naar bijna 150%. Wat hogere groei en een lager begrotingstekort, bij de huidige verwachte rente (0,3%) en de schuld duikt juist omlaag. Maar de schuld kan ook keurig op 60% blijven hangen. Daarvoor is een gemiddeld begrotingstekort van 1,8% nodig, laag blijvende rente en een matige groei van 1,5%. Dat zijn bepaald geen onrealistische aannames.
Lijnen trekken tot 2060 heeft niet zoveel informatiewaarde. Er kan in de tussentijd zoveel gebeuren. Dat de staatsschuld in de CPB-berekeningen stijgt, is een interessante constatering, maar hoeft niet te leiden tot ander beleid. Zeker niet omdat het Planbureau de baten van de extra uitgaven niet meeneemt. Kostbaar klimaatbeleid nu, zorgt voor minder kosten voor volgende generaties. Onze kinderen en kleinkinderen vinden wat extra klimaatuitgaven nu echt geen probleem.
FD