Euro houden en drachme invoeren

Griekenland hoeft de euro niet af te schaffen om de drachme weer in te voeren. Als de drachme terugkeert, is dat waarschijnlijk door de achterdeur.

Vriend en vijand houden de adem in voor het moment dat de Grieken hun contract met Europa doorscheuren, zichzelf al hun schuld kwijtschelden, de euro verbannen en de drachme invoeren. Dat ene moment waarop alles in een keer anders wordt in de eurozone.

Maar zo’n moment vraagt politieke besliskracht, een regering met een democratisch mandaat, of in elk geval een sterke man. Griekenland is tot de verkiezingen van 17 juni stuurloos. Zelfs als men de euro wil verlaten, is er niemand om dat besluit te nemen.

Bovendien durven zelfs de tegenstanders van de Europese afspraken, de muntunie niet te verlaten. Zelfs de gedoodverfde winnaar Alexis Tsipras van de linkse Syriza-coalitie, beweert de euro te willen houden. Hij gokt dat de andere eurolanden en het IMF vrezen voor de gevolgen van een Griekse exit en uiteindelijk bereid zullen zijn de bezuinigingseisen af te zwakken. Een riskant spelletje blufpoker.

Wat zal er gebeuren als Tsipras de Griekse verkiezingen wint, maar het pokerspel met Europa en het IMF verliest? Hier een scenario:

De dag na zijn overwinning reist Tsipras naar Brussel en eist heronderhandeling van het noodpakket voor Griekenland. Hij krijgt nul op het rekest. De Griek reist door naar Parijs, maar de nieuwe Franse president François Hollande wil hem ook niet helpen. Bovendien is hem dat door Angela Merkel expliciet verboden. Tsipras gaat met lege handen terug naar Athene.

Zijn nieuwe regering stopt met bezuinigen en draait pijnlijke maatregelen terug. De ‘trojka’ (IMF, ECB en EC) die even later komt inspecteren, schrijft een vernietigend rapport en uitbetaling van noodleningen aan Griekenland wordt opgeschort.

Er is direct geldnood bij de regering die daarom besluit om schulden niet langer af te lossen en rentebetalingen op te schorten. Dat raakt de Griekse banken hard, want op hun balansen staat nog veel schuld. Bovendien mogen zij de nu waardeloze Griekse obligaties nu niet meer als onderpand gebruiken voor leningen van de ECB. Zowel overheid als banken hebben een acuut tekort aan euro’s.

Zodra de spaarders daar lucht van krijgen, willen zij massaal hun geld van de bank te halen. Tevergeefs. Het is er niet. De Griekse centrale bank probeert via ‘Emergency Lending Assistance’ (ELA) voor liquiditeit te zorgen, maar wordt door de ECB teruggefloten. Als Griekse obligaties waardeloos zijn, dan zijn de Griekse banken niet solvabel, en insolvabele banken mogen geen ELA-ondersteuning krijgen.

Ambtenaren ontvangen daardoor geen salaris meer. Ouderen geen pensioen. Wat gebeurt er dan? Voor het antwoord moeten we naar Argentinië in 2001.

De Argentijnse overheid had tijdens de financiële crisis in dat jaar ook geen geld meer, en kon door de koppeling van de peso aan de dollar, geen geld bijdrukken – net als Griekenland nu. De overheid besloot
ambtenarensalarissen uit te betalen in schuldbewijzen, briefjes waarop stond dat de ambtenaar een jaar later zijn geld zou ontvangen. Met rente, dat wel.

‘Lecop’ was de naam van de schuldbewijzen die de centrale Argentijnse overheid uitgaf. ‘Patacón’ heette de schuldbewijzen waarmee de provincie van Buenos Aires de ambtenaren betaalde. Het stadsbestuur van Buenos Aires gaf ‘Porteno’ uit. In andere regio’s werd betaald met ‘Lecor’, ‘Quebracho’ en ‘Cecaror’, om er een paar te noemen.

De schuldbewijzen gingen al snel fungeren als een soort geld. Een bakker in een ambtenarenwijk kon kiezen: niets verkopen, of Patacones accepteren. Eind 2001 was een kwart van de geldcirculatie vervangen door schuldbewijzen. In maart 2002 was dat al de helft.

Iets soortgelijks gebeurde in Californië, in de zomer van 2009 toen de politiek geen begroting kon overeenkomen en de kas van de staat leeg was. Toenmalig gouverneur Arnold Schwarzenegger betaalde ambtenaren en onderwijzers met ‘IOUs’ kortlopende, rentedragende schuld aan toonder. Deze IOUs gingen ook even als geld fungeren.

Zo kan het ook in Griekenland gaan. Bij gebrek aan euro’s betaalt de staat met schuldbewijzen, met de belofte op toekomstige euro’s. Die gaan al snel rouleren als betaalmiddel.

Geen Griek weet of de staat de schuld zal terugbetalen, en als dat al gebeurt dan waarschijnlijk niet met de euro’s waarin het schuldbewijs geldt. Dus probeert iedereen een ontvangen schuldbewijs zo snel mogelijk weer uit te geven. Ontvangen euro’s worden juist opgepot. De nog aanwezige euro’s verdwijnen daardoor snel uit circulatie.

Door de staat uitgegeven schuldbewijzen aan toonder, die als betaalmiddel worden gebruikt, dat is zo ongeveer de definitie van een bankbiljet. De nieuwe drachme is geboren. Griekenland voert de drachme in, zonder de euro officieel af te schaffen.

(verscheen eerder op Z24.nl)