Vaarwel postbode

We noemden hem de ‘pannenkoekenpost’. Of eigenlijk: ‘pannekoekenpost’, want het was de jaren zeventig, dus je schreef het zonder tussen-n.

Hij droeg het oude, wat stijve uniform van de PTT-postbode, inclusief pet, en bezorgde jarenlang de post voor alle bewoners aan de lange polderweg waar ik opgroeide.

Hoe hij echt heette heb ik nooit geweten, maar zijn bijnaam dankte de pannenkoekenpost aan die zomerdag waarop hij de brieven en de krant door de deur duwde en de geur van versgebakken pannenkoeken door de openstaande keukenramen oppikte. ‘Ruikt lekker’, zei de postbode. ‘Prikt u soms een vorkje mee?’ vroeg mijn moeder.

Even later zat een rijtje kinderen met open mond te kijken naar hoe de postbode een pannenkoek met stroop verorberde. Onze eigen bordjes bleven onaangeroerd. Toen veegde hij zijn mond af, sprak ‘bedankt, mevrouw, dag kinderen’, en vervolgde zijn ronde.

Waarom waren wij zo onder de indruk? Ik denk omdat de postbode dertig, veertig jaar geleden nog een echte autoriteit was. Hij stond in de maatschappelijke pikorde misschien wel op gelijk niveau met de politieagent. Als zo iemand aanschoof aan een tafel met gewone mensen en kinderen was dat heel bijzonder.

Mijn kinderen zullen er niets van begrijpen. Na de verzelfstandiging van de post in 1989 is het snel neerwaarts gegaan met de postbode. Het uniform werd vervangen door bedrijfskleding van ontwerper Clemens Rameckers, passend bij de nieuwe huisstijl. Later werd er, zo schrijft het Haagse Museum voor Communicatie op de website, ‘een zomerlijn toegevoegd’. Daarbij hoorde een ‘afritsbare broek’, waarmee de teloorgang van het instituut postbode in twee woorden is samengevat. Met een postbode in een afritsbroek eet je geen pannenkoeken.
Maar met die broek was het dieptepunt voor de postbode nog niet bereikt. Dat kwam het afgelopen weekend, toen TNT Post, zoals het geprivatiseerde bedrijf inmiddels heet, bekend maakte alle vijftienduizend postbodes die per week 25 uur of meer werken te ontslaan. Allemaal!

Ze worden vervangen door een ‘postbezorger’. Die brengt ook de post rond, maar dan als bijbaantje en tegen veel lagere loonkosten.

In de praktijk betekent het besluit van TNT dat het beroep van postbode is opgeheven. Een gezin onderhouden of een huis afbetalen met een baan als postbezorger is niet langer een optie. Brievenbussen vullen is een hobby geworden voor ouderen met een AOW’tje en jongeren met een basisbeurs. Mocht u de komende jaren nog een pannenkoekje bakken voor de postbezorger, dan is dat waarschijnlijk om dat arme, oude mannetje dat de reclamefolders in de bus duwt van een voedzame maaltijd te voorzien.

De vakbonden zijn razend. ‘Onverteerbaar’, zegt de FNV. ‘Dit kun je niet maken’, vindt het CNV. Logische reacties, want de reden dat TNT zo drastisch ingrijpt, is waarschijnlijk dat het bedrijf zijn postactiviteiten los wil knippen van het moederbedrijf, om vervolgens door te verkopen aan (buitenlandse) investeerders. TNT zelf zou dan als wereldwijde pakjesbezorger verdergaan.

Ik vind het ook erg. Maar dan vooral om nostalgische redenen. Het postkantoor is al gesloten, de postgiro bestaat niet meer en op de postzegel staat binnenkort een 1 of een 2, in plaats van de waarde in euro’s. En schaffen ze ook nog de postbode af! Het is dat de pannenkoekenpost al met pensioen is, maar anders werd ik lid van de vakbond.

Maar rationeel snap ik wat TNT doet. Ik heb de afgelopen dagen eens bijgehouden wat de postbode ons brengt. Het zijn bankafschriften die ik eigenlijk per mail zou moeten krijgen, belastingformulieren die ik al van internet heb geplukt, een telefoonrekening die ze me ook mogen sms’en en tientallen ongevraagde brieven van loterijen, goede en minder goede doelen. De enorme stapels ongeadresseerde folders die de postbode er bij de buren ingooit, loop ik dankzij een sticker op de brievenbus gelukkig mis.

De postbode is zijn autoriteit al lang verloren. Niet vanwege de afritsbroek, maar omdat zijn werk gewoon niet meer zo belangrijk is. De stoker verdween van de trein, de lampopsteker uit de straat. Net als de voddenboer, telegrambezorger, pompbediende, witkiel en tv-omroepster. Hun werk was simpelweg niet meer nodig.

Er zit maar één ding op: binnenkort bak ik een pannenkoek voor de jongen die de nieuwe internetmodem komt installeren.

 

(Deze column verscheen eerder in De Groene Amsterdammer)