Haal ons goud terug!

(Column verscheen eerder in het FD)

De Bundesbank haalt het goud naar huis. Het grootste deel van de Duitse goudvoorraad ligt opgeslagen bij de Amerikaanse Federal Reserve, de Bank of Eng­land en de Banque de France. Minder dan een derde van het Duitse goud bevindt zich in de eigen kluis van de Bundesbank in Frankfurt.

Maar dat gaat veranderen, zo meldde het Duitse Handelsblatt dinsdag. Volgens de krant maakt de Bundesbank vandaag, woensdag, een nieuw locatiebeleid bekend, waarbij een flink deel van het goud naar Frankfurt wordt gehaald. Als het bericht klopt, heeft de acht maanden geleden opgerichte actiegroep ‘Holt unser Gold Heim’ verrassend snel zijn doel bereikt.

Moet Nederland het Duitse voorbeeld volgen? Van onze goudvoorraad van 612 ton ligt slechts 11% in de kelder van de Nederlandsche Bank (DNB). Meer dan de helft ligt bij de Fed van New York, 20% ligt bij de Bank of Canada en 18% bij de Bank of England. Maar weten we dat wel zeker? Hebben ze onze goudstaven niet stiekem verkocht? Wanneer heeft een Nederlander het buitenlandse goud voor het laatst gecontroleerd?

Net als in Duitsland zijn Nederlandse politici nerveus geworden. Kamerleden Eddy van Hijum (CDA) en Arnold Merkies (SP) typten ieder een lange lijst met vragen voor de minister van Financiën over de locatie van ons goud, controle op aanwezigheid en echtheid (!) ervan en wanneer de minister van plan is om zelf eens een kijkje te nemen in de buitenlandse kluizen.

Het is allemaal van een verrukkelijke onzinnigheid. Dat de goudgekkies op internet plezier beleven aan complottheorieën over verdwenen en vervalste goudstaven kan ik nog begrijpen. Maar dat serieuze Kamerleden de minister van zijn werk houden met de impliciete beschuldiging — want daar komt het op neer — dat Amerikaanse, Britse en Canadese centrale bankiers ons goud stelen en vervalsen, is te mal voor woorden.

Fed-voorzitter Ben Bernanke zou volgens die theorie bereid zijn de internationale reputatie van de VS in te ruilen voor $ 16 mrd aan gestolen Nederlands goud. Met dat bedrag kun je nog geen zes dagen het Amerikaanse begrotingstekort dekken. Het zou de minst rendabele goudroof uit de geschiedenis zijn. Als ze ons willen bestelen kunnen de Amerikanen beter de € 75 mrd aan Nederlandse directe investeringen in de VS confisqueren.

Of vindt de Tweede Kamer dat we die bezittingen ook moeten terughalen?

Het goud ligt dus prima in New York, Londen en Ottawa. Sterker: de laatste keer dat ons goud werd geroofd, was het alleen veilig in het buitenland. In 1938 verscheepte DNB uit voorzorg 385 ton goud naar de New York, Londen en Pretoria. Op 10 mei 1940 ging nog eens 78 ton naar Londen. Dat goud bleef uit handen van de nazi’s. Al het goud dat achterbleef in Nederland werd tijdens de bezettingsjaren door de Duitsers geroofd. Als de geschiedenis iets bewijst is het dat je juist niet al je goud op één plek moet bewaren.

De Duitsers verkochten ons goud aan ‘neutrale’ landen. Driekwart daarvan verdween in Zwitserse kluizen. De rest van het Nederlandse goud kwam terecht in landen als Zweden, Portugal en Spanje.

DNB-historica Corry van Renselaar beschrijft in haar studie ‘De Nederlandse goudclaim’ hoe de geallieerden na de oorlog zonder Nederlandse instemming een snelle deal sloten met de Zwitsers en andere neutrale landen, waardoor Nederland slechts een deel van het geroofde goud terug kreeg. Uitgaande van de oorspronkelijke Nederlandse goudclaim, kwam naar schatting 74 ton van ons goud nooit terug bij DNB. Huidige waarde: drie miljard euro.

Als de Kamerleden ons goud echt wil terug willen, dan moeten ze het gaan halen bij de Nationalbank in Bern. Niet bij de Fed in New York.