Asschers bungy jump

Eerst een dramatische sprong, dan een ijzingwekkende val in de peilloze diepte. Alles in je schreeuwt het uit. Deze val overleef je niet. Maar dan voel je het elastiek aan je voeten trekken. Je stopt met vallen en wordt weer omhooggetrokken. Al sneller, tot een nieuw hoogtepunt. Heel even hang je stil, hoog in de lucht. De zwaartekracht verslagen. Een kort, euforisch gevoel van gewichtsloosheid, van controle en macht. Tot je weer begint te vallen…

Zo’n moment van euforische gewichtsloosheid beleeft de PvdA deze dagen. Eerst was er de vrije val van de verkiezingen. De ijzingwekkende daling van 38 naar 9 zetels voelde als het einde van de partij. Maar daarna veerde de PvdA weer op.

Hoe langer de formatie van een nieuw kabinet duurde, hoe meer het zelfvertrouwen steeg. Het zittende kabinet mag dan demissionair zijn, het is nog steeds de baas in het land.

Als partijleider Lodewijk Asscher nu om zich heen kijkt, telt hij nog gewoon zes PvdA-ministers in de ministerraad. Dat geeft een euforisch gevoel van controle en macht. De macht om eigen agendapunten door te drukken. Beleid waarmee je kunt werken aan je populariteit.

Hogere salarissen voor onderwijzers bijvoorbeeld. Wie kan daar nou tegen zijn?

Demissionair of niet, Asscher wil dat het kabinet dat regelt in de nieuwe begroting voor 2018. Straks, als er een nieuw kabinet is, stort de PvdA weer omlaag, naar het niveau van een relatief kleine oppositiepartij. Maar nu is er dat euforische moment van gewichtsloosheid, precies tussen de eerste en tweede val in.

Van een afstand ziet het er nogal geforceerd uit. Beslissingen over nieuwe uitgaven — aan lerarensalarissen, maar misschien juist aan andere urgente zaken — zouden door het volgende kabinet moeten worden genomen.

De formatietafel is de plek waar Asscher zijn pleidooi voor meer geld voor leraren zou moeten houden. Maar juist daar wil hij niet gezien worden, want — zo hield hij alle informateurs de afgelopen maanden voor — de dramatische verkiezingsnederlaag van de PvdA maakte deelname aan een nieuw kabinet onlogisch.

Dat is een redelijk standpunt. Maar niet als je tegelijkertijd op basis van de verkiezingsuitslag van 2012 geld voor nieuw beleid in de beleidsarme begroting voor 2018 probeert te smokkelen. Wie mee wil beslissen over de bestemming van de meevallers dient zich te melden bij Gerrit Zalm, met het verzoek om aan te mogen schuiven aan de formatietafel. Op basis van de laatste verkiezingsuitslag moeten daar uitgaven voor de komende vier jaar worden uitonderhandeld. Zo werkt dat in een democratie.

Nee, het gaat me er niet om of de leraren wel of niet extra geld moeten krijgen. Het gaat me om wie daarover mag beslissen: partijen met een stevig kiezersmandaat onder de voeten, of een partij in vrije val.