Inhoudsloos geneuzel over huiswerk

Na de deals over regenbooggezinnen en het verplichte Wilhelmus, is er alweer nieuws uit de formatie uitgelekt. Het nieuwe kabinet wil de fidgetspinner verbieden. U weet wel, die dodelijk irritante draaischijf met kogellagers waar alle schoolkinderen met adhd, add, odd, mcdd, of een andere concentratiestoornis — met andere woorden: alle Nederlandse schoolkinderen — de ganse dag aan lopen te draaien.

De onrust in de klaslokalen wordt te dol, hebben de formerende partijen onder leiding van flipperkam­pioen Gerrit Zalm besloten, dus de fidgetspinner gaat in de ban. Zo kwam mij althans uit totaal onbetrouwbare bron ter ore.

Fijn voor al die leraren die in het nieuwe jaar niet tegen al die friemelmolentjes hoeven aan te kijken, maar vette pech voor de ondernemers die net een paar container spinners hadden besteld. Wat doe je als tijdens de formatie nieuwe wetgeving over jouw markt wordt bedacht?

Je gaat lobbyen. Je huurt adviseurs in die in Den Haag gaan uitleggen hoe geweldig je spinner de concentratie van kinderen verhoogt. Je bestelt een rapport bij een onderzoeksbureau dat deze conclusie ondersteunt.

En je zoekt je netwerk af of je ergens nog iemand kent die een connectie heeft met een Kamerlid van de ChristenUnie of D66, die heel misschien je zorgen kan doorgeven.

’s Nachts lig je uren wakker en als je eindelijk in slaap valt, droom je dat je wordt uitgenodigd door Gerrit Zalm, om namens de figdet-spinner-sector aan te schuiven bij de formatie. Je stapt de formatieruimte binnen en wordt welwillend toegeknikt door  Rutte,  Buma,  Pechtold en  Segers. Je hoort de stem van Zalm: ‘Voordat we iets besluiten willen we graag horen wat uw sector er van vindt. Wat is uw advies? Zeg het maar, en dan nemen we het woord voor woord over in het regeerakkoord.’

Het lijkt een mooie droom, een gouden mogelijkheid om daadwerkelijk mee te schijven aan het beleid en je markt te vormen zoals je denkt dat het beste is voor je achterban. Maar het blijkt een nachtmerrie. Want zodra je je mond opendoet om eens en voor altijd de politiek je wil op te leggen, hoor je jezelf dit zeggen: “We weten het nog niet. Geef ons meer tijd. We moeten eerst ons huiswerk doen!’

Je schrikt wakker. Wat een afschuwelijke droom! De gouden kans op een perfecte lobby verspeeld door inhoudsloos geneuzel over ‘huiswerk doen’.

Wat een sof! Het is alsof werkgevers en werknemers de unieke kans krijgen om tijdens de formatie met weldoordachte plannen voor de arbeidsmarkt en het pensioenstelsel te komen, en dat de bestuurders van VNO-NCW, FNV en CNV dan niet verder komen dan: ‘We gaan kijken of we iets goeds kunnen doen voor het nieuwe kabinet. We hebben elkaar wat huiswerk meegegeven.’ Onvoorstelbaar, natuurlijk.

(FD)