Ranglijsten: Nederland handhaaft zich als een na beste land ter wereld (en loopt in op Zwitserland)

Een concurrerende, innovatieve economie met een hoogontwikkelde bevolking die ook nog eens behoorlijk gelukkig is. Het klinkt als Utopia, maar ik heb het over Nederland. Ons land scoort op een brede waaier van indicatoren buitengewoon goed. Alleen Zwitserland doet het nog beter.

Dat blijkt uit de optelsom van internationale ranglijsten die ik voor het tweede jaar op rij opstelde. Vorig jaar stond Nederland ook al op plaats twee, maar toen met ruimere achterstand op Zwitserland dan in 2017.

Mijn ‘Ranglijst der Ranglijsten’ bestaat uit vijf veelgebruikte, internationale indicatoren die op verschillende wijze en met verschillende doelstellingen landen sorteren. De eerste is de ‘World Competitiveness Ranking’ van het Zwitserse onderzoeksbureau IMD. Hierin worden 340 variabelen die iets zeggen over de concurrentiekracht van een land gecondenseerd tot een enkele index en ranglijst. Het gaat bijvoorbeeld om informatie over R&D, patenten, scholing, venture capital, ICT, bezit van smartphones, gebruik van big data door bedrijven en de mate van kennisoverdracht.

Schermafbeelding 2017-07-20 om 21.55.17

Volgens de Zwitsers heeft Nederland de op vier na meest concurrerende economie ter wereld. We moeten alleen Hongkong, Zwitserland, Singapore en de Verenigde Staten voor laten gaan. Vorig jaar stond Nederland nog op plaats 8 op deze lijst. En in 2015 zelfs op plaats 15. We schieten de afgelopen jaren dus als een raket omhoog in de ranglijst van IMD.

Hetzelfde geldt voor het andere concurrentielijstje, de Global Competitiveness Index van het World Economic Forum (WEF). Ook deze index gebruikt een lange lijst van indicatoren (onder andere: kwaliteit van infrastructuur, van de instituties, van de arbeidsmarkt, maar ook de kwaliteit van het management van bedrijven) om concurrentiekracht te meten. Volgens het WEF is Nederland het op drie na meest concurrerende land, achter Zwitserland, Singapore en de VS. Vorig jaar stonden we nog op plaats 5 en in 2015 zelfs op plaats 8. Ook op deze lijst stoomt Nederland dus snel op, vooral dankzij onze infrastructuur en de goede samenwerking tussen universiteiten en bedrijven. Dat laatste is een punt waar het kabinet zich de afgelopen jaren expliciet op heeft gericht, dus die kan Den Haag in z’n zak steken.

Met de concurrentiekracht zit het dus wel goed. Maar hoe staat het met onze innovatiekracht? Ook daar is sprake van een opmars door Nederland. Het Franse Insead stelt jaarlijks de Global Innovation Index op. In 2017 is Nederland op de derde plaats beland. Alleen in Zwitserland en Zweden zijn ze nog innovatiever. Ons bedrijfsleven is ‘sophisticated’ en we produceren veel kennis en technologie. Daarbij moet worden aangetekend dat de opmars van Nederland in deze index deels komt doordat er andere (betere) cijfers worden gebruikt en dat pakte goed uit.

Er is echter ook een lijstje waarop we al een paar jaar dalen. Dat is de Human Development Index (HDI) van de VN-ontwikkelingsorganisatie UNDP. Deze brede index meet niet alleen harde economische gegevens zoals inkomen per hoofd van de bevolking, maar ook het aantal jaren dat inwoners naar school gaan en de gezondheid en levensverwachting van de bevolking. Nederland is het afgelopen jaar gezakt van de zesde naar de zevende plaats. We werden gepasseerd door Denemarken. De HDI-lijst wordt aangevoerd door Noorwegen, Australië en – ja hoor – Zwitserland. In 2014 stonden we nog op 4.

Op het vijfde lijstje dat ik gebruik voor de Ranglijst der Ranglijsten steeg Nederland weer wel. Nederlanders werden weer iets gelukkiger en staan nu een positie hoger, op plaats 6 van de Happiness-index van economen Richard Layard en Jeffrey Sachs. Alleen in Noorwegen, Denemarken, IJsland, Zwitserland en Finland zijn de mensen nog gelukkiger.

Erg wetenschappelijk is het natuurlijk niet, maar als we vervolgens de rangnummers bij elkaar optellen, komt Nederland op de tweede plaats in de algemene ranglijst; achter, maar wel weer iets dichterbij Zwitserland. De VS zakt naar plaats 4, en werd ingehaald door Denemarken. Daarmee bestaat de top-3 geheel uit Europese landen. We doen hier blijkbaar toch iets goed.