Hervormen met slappe knieën

Hervormen van de economie; middenin de eurocrisis leek het belangrijk en onontkoombaar. Maar sinds de ECB de euro redde en staatsobligaties begon op te kopen, wordt de noodzaak in de Europese hoofdsteden veel minder gevoeld. Het principe staat nog recht overeind, want iedereen ziet dat alleen structurele hervormingen — vooral van de arbeidsmarkt, maar ook van pensioen- en belastingstelsels — houdbaar economisch herstel kunnen opleveren.

Maar de druk is er af, dus alle Europese politici dreigen terug te vallen in hun oude reflex om de structurele hervormingen uit te stellen. De Fransen moeten hervormen, maar willen het niet. De Belgen willen het wel, maar kunnen het niet. De Duitsers kunnen het wel, maar proberen het niet. En de Grieken proberen het wel, maar houden het in de regel nog geen dag vol.

En de Nederlanders? Die lieten zich de afgelopen jaren zien als de dapperste hervormers van Europa. Twee kabinetten Rutte leverden een indrukwekkende lijst van taboedoorbrekende moderniseringen op. Nederland verhoogde de AOW-leeftijd drastisch, we versoberden de hypotheekrenteaftrek en dwongen starters op de woningmarkt volledig af te lossen. Het ontslagrecht ging op de schop en de Participatiewet maakte bijstand minder vrijblijvend. Nederland is de ongekroonde hervormingskoning van Europa. Wij gebruikten de crisis om onze economie te moderniseren. Chapeau!

Maar hervormen moet je niet alleen doen, je moet het vooral volhouden. Ook als de gevolgen ervan voelbaar worden. Hervormen doet per definitie pijn. Nu het snel beter gaat met de economie en het geld weer tegen de plinten lijkt te klotsen, komt het erop aan: draaien we de hervormingen terug of zetten we juist door? De eerste tekenen zijn niet best: Nederland lijkt geschrokken van de eigen hervormingszin.

Verhoging van de AOW-leeftijd ligt onder vuur, want hoge inkomens blijken zichzelf vaker een jaartje eerder pensioen te gunnen dan lage inkomens. Dat vinden critici niet eerlijk. Op de huizenmarkt hebben starters last van de strenge hypotheekregels, waardoor ze niet kunnen concurreren met rijke babyboomers. De Hoge Raad vindt de nieuwe transitievergoeding bij ontslag niet rechtvaardig genoeg en laat werkgevers in sommige gevallen toch weer extra betalen voor het afkopen van vaste contracten. En de nieuwe Participatiewet wordt met toestemming van het kabinet omzeild, door vijf gemeenten te laten experimenteren met soepele bijstandsregels. We zijn dapper als we hervormen, maar laf zodra de hervormingen pijn doen.

Ondertussen wachten we nog op hervorming van de belastingen, van het toeslagencircus en van ons pensioenstelsel. Allemaal zaken die eigenlijk niet meer kunnen wachten, maar waar we — nu het beter gaat — ongetwijfeld nog heel lang op gaan zitten kauwen. Zonder urgentie neemt de polder alle tijd van de wereld. Je zou bijna gaan hopen op een nieuwe crisis.

(FD)