Opruimen van de laatste importheffingen heeft wel degelijk zin, zeker voor Nederland

Mexico en Canada kunnen opgelucht ademhalen, voor even althans. President Donald Trump leek afgelopen week even van plan de VS terug te trekken uit het Noord-Amerikaanse vrijhandelsakkoord Nafta. Deze campagnebelofte van Trump was door zijn National Trade Council omgezet in een ‘executive order’, die de president alleen nog maar hoefde te tekenen. Maar na een verontrust telefoontje van de regeringsleiders van Mexico en Canada, besloot Trump het handelsverdrag toch niet in stukken te scheuren. Nog niet, want hij laat zo’n actie wel boven de markt hangen.

Zo lijkt het tot nu toe wel mee te vallen met het protectionistische beleid van Trump. Direct na zijn aantreden zette hij wel een streep door het TPP-verdrag met landen rond de Stille Oceaan en liet hij duidelijk merken dat verder onderhandelen over het TTIP-verdrag met Europa zinloos is. Maar Nafta heeft de eerste honderd dagen van Trump overleefd, en ook van de beloofde handelsoorlog met China maakt Trump (nog) geen werk.

Chloorkippen
Politici overal ter wereld halen opgelucht adem. Vooral die in Europa, want dat TTIP in de ijskast is gezet, komt hun eigenlijk ook wel goed uit. Door de vele angstverhalen over chloorkippen, hormoonkoeien en oneerlijke rechtspraak hadden de Europese burgers toch al geen zin in deze volgende stap in de verfoeide globalisering. Bovendien: zoveel valt er tussen de VS en de EU toch niet meer aan handel te liberaliseren. De importtarieven zijn al zo laag, dat van verdere liberalisering nauwelijks welvaartsgroei te verwachten is.

Van economen kregen zij verrassend weinig tegenspraak. Eerder bijval: lage importheffingen nog verder verlagen levert niet zoveel op, beaamden handelseconomen. Zo hadden ze het tijdens hun studie geleerd. Kleine verstoringen (zoals lage importtarieven) veroorzaken verwaarloosbare welvaartsverliezen. Soms kan een klein importtarief de welvaart in een land zelfs vergroten. Dit is in theorie het geval als een land een relatief grote afnemer is van een bepaald product en dus marktmacht heeft. Dan zorgt een zogenoemd ‘optimaal tarief’ ervoor dat het land een deel van de winst van de buitenlandse producent weet af te romen. Pech voor de buitenlandse producent, maar mooi meegenomen voor het importerende land.

Opgedeelde productieketens
Maar de handelseconomen kunnen terug naar school, want nieuw onderzoek laat zien dat kleine handelstarieven wel degelijk grote schade met zich meebrengen. Een groep van vier onderzoekers, onder wie de gerenommeerde handelseconomen Robert Feenstra (Yale University) en Alan Taylor (University of California), vatten deze week op de site van het Center for Economic Policy Research (CEPR) de resultaten van een groot onderzoek samen.

Dat onderzoek suggereert dat met het verwijderen van kleine handelstarieven grote welvaartswinst valt te boeken, vooral als het zorgt voor nieuwe toetreders op de markt, waardoor zowel de keuze van de consument als de concurrentie tussen bedrijven toeneemt. Bovendien werken in de moderne economie, waarbij productieketens zijn opgedeeld over verschillende landen, importtarieven verstorender. Afschaffen van tarieven levert daardoor meer op.

Vooral Nederland
Uit simulaties met cijfers uit 159 landen en 15 sectoren, blijkt dat dit voor veel landen inderdaad opgaat. Vooral kleinere en opkomende economieën kunnen profiteren van verdere verlaging van de handelstarieven. Maar – opvallend – ook Nederland zou forse welvaartswinst kunnen boeken. Ons land is zelfs de enige westerse economie die volgens de onderzoekers een impuls van meer dan 2% zou kunnen krijgen als de tarieven helemaal werden afgeschaft. Nederland profiteert meer dan Zwitserland, Oostenrijk en Portugal, die uitkomen op een welvaartswinst tussen 1% en 2%. Andere Europese landen zitten daar weer onder.

Schermafbeelding 2017-05-08 om 19.29.46

Waarom juist Nederland profiteert van verdere tariefsverlaging leggen de onderzoekers niet uit. Maar gezien het gebruikte model moet het komen doordat wij in grotere mate onderdeel zijn van de internationale productieketen en/of meer profiteren van extra concurrentie.

Er moet meer onderzoek worden gedaan naar deze invloeden en dat lijkt me een mooie opdracht voor al die economen die meenden dat lage tarieven verder verlagen niet zoveel zin had.

(FD)