Vandaag is geen gemakkelijke dag voor goedwillende Nederlanders. We moeten precies de juiste groep van 150 parlementariërs kiezen die in staat is een stabiele regering samen te stellen.
Alsof je een jumbojet bestuurt door aan de passagiers te vragen aanwijzingen naar de piloot te schreeuwen. Ga er maar eens aan staan.
Wat de zaak compliceert, is dat in het Nederlandse politieke bestel bij ongeveer iedere mogelijke permutatie van meningen een eigen partij hoort. Ben je voor dieren en ook voor Europa, dan stem je GroenLinks. Ben je voor dieren, maar tegen Europa, dan kies je voor de Partij voor de Dieren.
Moet het hoogste belastingtarief naar 60%? Stem PvdA. Of meteen door naar 65%? Stem SP. Liberaal en dol op natuur: D66. Liberaal en dol op dixieland: VVD. Wie conservatief is en bang voor het buitenland stemt PVV. Wie conservatief is en bang voor jongeren kiest 50Plus.
Voor belijdende christenen zijn er maar liefst drie varianten. Het CDA voor wie voor het homohuwelijk en voor vrouwen is. De ChristenUnie voor de subgroep die tegen het homohuwelijk is maar wel voor vrouwen. En de SGP voor wie tegen allebei is.
Bonte brij van meningen
Iedere meningenmix is op de kieslijst te vinden. Houdt u niet van Wilders, maar wel van zijn plannen? Stem DPK van Hero Brinkman. Maakt u zich wel zorgen over uw privacy, maar niet over het inkomen van muzikanten? Kies de Piratenpartij.
Wie voor vliegende schotels is maar tegen de euro, kleurt het vakje van de SOPN rood. En alle ‘geestelijke, energetische wezens met een fysiek lichaam’ stemmen op Mens.
Dat is democratie op z’n best, zou je denken; elke mening krijgt haar eigen vertegenwoordiging. Maar uit die bonte brij van meningen moet na vandaag een enkel regeerakkoord worden gedestilleerd. De winnaars gaan morgen bij elkaar zitten en schrijven het echte verkiezingsprogramma voor Nederland. Dat noemen ze dan regeerakkoord en niemand mag erop stemmen. Zo gaat dat in Nederland.
Serieuze democratieën zorgen er met een kiesdrempel voor dat het echte verkiezingsprogramma al voor de verkiezingsdatum gereed is. Met een kiesdrempel heb je minder partijen en meer discussie binnen die partijen.
Grootste gemene deler
Een burger met een combinatie van meningen die niet matcht met bestaande partijen (bijvoorbeeld: vóór dixieland maar tegen 130 op de snelweg) begint dan geen eigen partij, maar meldt zich gewoon bij het VVD-congres om die mening in het programma te krijgen.
Daar vindt in alle openbaarheid de discussie plaats, net als bij de twee of drie andere partijen die bij een goed gekozen kiesdrempel over zouden blijven. Het congres van die partijen stelt de grootste gemene deler samen, noemt dat verkiezingsprogramma en de winnaar voert het uit. What you see is what you get.
Ik ben econoom en geen politicoloog, maar volgens mij zouden veel Nederlanders zich bij zo’n systeem wel prettig voelen.
Maar omdat we formeel geen kiesdrempel hebben, moet de kiezer zich in vreemde bochten wringen om het idee te krijgen invloed te hebben op het proces na 12 september. De een probeert te stemmen op coalities door onderlinge stemafspraken of via speciale websites.
De man met de beste babbel
De ander stemt strategisch en verandert elke dag van partij. Weer een ander beschouwt de verkiezing als een premiersverkiezing en stemt op de man met de beste babbel.
Maar dat verandert allemaal niets aan het feit dat het echte verkiezingsprogramma pas na de stembusgang wordt geschreven. Daar is zonder kiesdrempel niets aan te doen.