Van Lotringen laat mij rare dingen beweren over de robot

Als ze je in de eerste alinea “gerenommeerde journalist en econoom” noemen, dan weet je het wel: je gaat er van langs krijgen. Je ziet het verkeerd, je hebt het mis, je zit er volkomen naast.

Cees van Lotringen (een buitengewoon bekwame journalist, schrijver en managing-director) pakt het ook zo aan in zijn artikel op FTM, vandaag.

Van Lotringen reageert op een stukje van mij in het Financieele Dagblad van afgelopen zaterdag over dienstverlenende robots. (zonder betaalmuur hier). En ik reageer daar graag weer op.

Want Van Lotringen heeft niets van mijn verhaal begrepen.

Ik loop zijn beweringen even door:

Van Lotringen schrijft: “Hij [dat ben ik dus] laat ons weten dat we ons geen zorgen hoeven te maken over de opmars van de robot; ze zullen onze banen niet inpikken”.

Vreemd, want ik schrijf dat helemaal nergens. Mijn stukje ging niet over de vraag of robots banen inpikken.

Misschien dat Van Lotringen doelt op de zin waarin ik de inleiding van een robotrapport citeer: “De dienstenrobot heeft nog nauwelijks intrede  gedaan in ons dagelijks leven. Een stofzuiger, een grasmaaier, wat speelgoed, maar dat is het dan ook wel.” Dat citaat slaat op robots in huis. Niet op robot als banendief in het bedrijfsleven, zoals ik in de tekst duidelijk aangeef.

De dienstverlenende robot is juist wel te vinden in het bedrijfsleven ( daar gaat de rest van mijn stukje van zaterdag dan ook over). Ik beschrijf wat de robot daar doet, hoeveel er van zijn en hoe snel die opmars van de dienstverlenende robot gaat.

Als iemand daar al iets over banendiefstal in wil lezen, dan moet het de constatering zijn dat ik vind dat het snel gaat met de opmars van de dienstenrobot op de werkvloer.

Dat is ook wat er uit het geciteerde rapport van de International Federation of Robotics (IFR) blijkt. De komende jaren komen er jaarlijks maar liefst 33.000 dienstenrobots bij, verwacht IFR.

Maar volgens Van Lotringen schijft de IFR dat er jaarlijks “niet meer dan 33.000” zullen worden verkocht. Alsof ze de boel proberen te verhullen en ons “in slaap willen wiegen”.

Van Lotringen noemt de IFR daarom een “vooringenomen”, “waarschijnlijk onbetrouwbare” en “discutabele” bron voor informatie over robots.

Dat zijn nogal wat beschuldiging. Ik lees nergens een bewijs dat IFR zijn cijfers verkeerd voorstelt of expres onjuist presenteert. Wat weet Van Lotringen over deze bron dat ik niet weet? Opvallend is dat het IFR het nergens in het rapport heeft over “niet meer dan 33.000”. Men laat juist met enige trots zien dat het snel gaat met de introductie van de dienstenrobot.

Zou van Lotringen het rapport zelf eigenlijk wel gelezen hebben? Het zou zomaar kunnen van niet, want het is nogal kostbaar. Je moet eerst 575 euro overmaken voordat je hun twee robotrapporten in de mailbox krijgt. Ik heb dat geld er – na enig aarzelen – voor over gehad, omdat ik denk dat we pas aan de discussie over banen-stelende-robots kunnen beginnen als we de feiten kennen. Hoeveel robots zijn er? Wat doen ze? In welke sectoren? Hoe snel is de groei?

Precies daarom schreef ik dat (eigenlijk nogal saaie) stukje in het FD, afgelopen zaterdag. Om de cijfers te presenteren. Eerder deed ik hetzelfde voor de robot in de industrie. Eerst de feiten, dan de analyse. En pas dan conclusies trekken.

Ik heb geen betere en completere data kunnen vinden dan die van IFR. Geloof me, anders had ik die 575 euro wel op zak gehouden. Maar hou me aanbevolen voor vergelijkbare gratis cijfers uit andere bronnen.

Nog wat korte opmerkingen over Van Lotringens artikel:

Hij schrijft: “De discussie gaat – of zou moeten gaan – over defensie, maar vooral over industriële robots, die wél een exponentiële groei laten zien.”

Okay, daar ging dit eerdere FD-artikel dus over. Enkele lezers wezen mij er terecht op dat de dienstenrobot minstens zo belangrijk was voor de vraag of robots banen pikken, want de dienstensector is nu nog erg arbeidsintensief. Vandaar mijn tweede artikel.

 “Japan slaat op dat terrein wereldwijd de trom. (…) Nu zet de robotrevolutie zich voort. In de VS, maar vooral ook in China.”

Hier grafieken met de feiten (ja, van de IFR). Japan is groot in robots, maar China nog niet. Europa blijft achter, behalve Duitsland. Zuid-Korea heeft relatief de meeste. China komt (afgezet tegen het aantal werknemers in de industrie) pas op plaats 28. Nog achter Nederland, waar het ook niet echt wil vlotten.

Over eerdere technologische ontwikkeling schrijft Van Lotringen: “Het heeft onze levensomstandigheden sinds de uitvinding van de stoommachine verbeterd en voor hogere welvaart gezorgd. Voor Bouman is dat historische gegeven aanleiding voor een stevig vooruitgangsgeloof.”

Weer weet ik blijkbaar het antwoord al: de robot is goed. Niet zo lang geleden schreef ik een column met precies die vraag: kunnen we afgaan op de gunstige uitkomsten van voorgaande technologische revoluties.

Mijn conclusie (of eigenlijk juist gebrek aan conclusie): “ Is Asscher de nieuwe woordvoerder van het Amsterdamse handzaaggilde? Of is de robot echt anders dan de molen, tractor of pc? Ik denk het eerste, maar weet het niet zeker. De komende maanden ga ik op zoek naar het antwoord. Ik zal af en toe, maar niet te vaak, verslag doen van die zoektocht.”

Ik weet het dus juist nog helemaal niet. Mijn dienstenrobot-artikel was onderdeel van de zoektocht, die nog lang niet klaar is.

Van Lotringen schrijft: “Journalisten moeten hun lezers zowel het halfvolle als het halflege glas laten zien. De wereld is niet of in elk geval niet meer simpelweg wit of zwart.”

Okay, maar ze moeten eerst hun feiten en cijfers op orde hebben.

Van Lotringen: “Natuurlijk bieden robots de markt kansen, maar niet voor iedereen – en zeker niet voor mensen die laaggeschoold zijn, routinewerk doen en te maken hebben met werkgevers die de verleiding moeilijk zullen kunnen weerstaan om hen te vervangen door robots die 24 uur per dag werken, nooit om loonsverhogingen vragen, niet vertegenwoordigd worden door vakbonden en ook niet staken, zoals minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid recent terecht waarschuwde.”

Prachtig. Ik schreef precies over dat onderwerp in maart van dit jaar al deze column  in het FD. Geen antwoorden, maar een soort proto-analyse van de problemen die de robot voor de inkomensverdeling en arbeidsmarkt kan geven. Mijn eerste babystapje op een lange zoektocht.

Als het gaat om de toekomstige rol van de robot (en natuurlijk alle andere vormen van arbeidvervangende automatisering, maar robot bekt zo lekker) heb ik nog nauwelijks antwoorden. En ik heb nooit beweerd dat ik die wel heb. Van Lotringen – bekwaam, gerenommeerd – heeft een vreemd stuk geschreven.