2021 wordt het jaar van de zombie. Maar is dat wel zo eng als het klinkt?

De lockdown ging van ‘light’ naar ‘totaal’, het aantal besmettingen bereikte nieuwe records, de ziekenhuizen liggen weer vol. Maar de economie lijkt zich er ditmaal weinig van aan te trekken. De werkloosheid daalde onverwacht, het aantal mensen met werk nam verder toe. De export steeg met het hoogste percentage dit jaar. En het aantal faillissementen bleef met 41 stuks in een week tijd veel lager dan normaal.

Vooral bij dat laatste cijfer fronsen veel mensen de wenkbrauwen. De diepste recessie in vredestijd, en dan nauwelijks faillissementen? Dat bewijst vooral dat veel van de economische ellende nog moet komen. De economie zit vol met zombies; door zowel overheidssteun als tijdelijk milde schuldeisers, zijn deze bedrijven kunstmatig in leven gehouden. Zodra de gezondheidscrisis voorbij is zal de overheid de geldkraan dichtdraaien en blijken de opgebouwde schulden oninbaar. De coronacrisis wordt een schuldencrisis. Hou je dan maar vast!

Er komt een enorme muur van bedrijfsschuld op ons af, vertrouwde een expert mij onlangs toe. Hij werkte zelf in de wereld van faillissementen en herstartende bedrijven, dus je zou misschien denken dat hij zich erop verheugde. Maar het tegendeel was waar. Hij maakte zich oprecht grote zorgen over de gevolgen voor andere bedrijven en de economie als geheel.

Ik maak me ook zorgen. Zeker omdat het gul gegeven belastinguitstel dit jaar ervoor zorgt dat bedrijven op het moment van faillissement veel meer dan anders volgeladen zitten met belastingschuld. Als preferente crediteur zal de overheid de boedel leegroven en voor andere schuldeisers blijft er weinig geld over. De zombies zijn dus dodelijker dan anders en ook nog eens met veel meer.

Of overdrijven we dit probleem? Misschien wel. Allereerst omdat de coronacrisis nog lang geen schuldencrisis is. Als er een probleem was in de jaren voor de pandemie begon, dan was dat eerder te weinig dan te veel kredietverlening aan bedrijven. Na de kredietcrisis en eurocrisis begon de Nederlandse economie vanaf 2014 weer flink te groeien, maar de bancaire kredietverlening ging alleen maar verder omlaag.

Ook toen in de meeste andere landen van het eurogebied de banken weer meer aan het lokale bedrijfsleven gingen uitlenen, bleef in Nederland het zakelijke krediet krimpen. Het beeld dat onze bedrijven met grote schulden de coronacrisis ingingen, en dat die schulden nu per definitie ondragelijk worden, is moeilijk te onderbouwen.

De schuldpositie is sinds het uitbreken van de epidemie natuurlijk wel verslechterd. Afgaande op de laatste cijfers van de Nederlandse Vereniging van Banken is er sinds de eerste lockdown voor zo’n €30 mrd aan nieuwe kredietruimte en bancaire leningen verstrekt. Ook is er door de banken voor enkele miljarden aan betalingsuitstel verleend.

Daarbovenop komen nog de nieuwe leningen van de overheid. Aan het begin van het huidige kwartaal had de belastingdienst volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek voor ruim €9 mrd aan belastinguitstel verleend. Die moet vanaf de zomer van 2021 weer worden terugbetaald. NOW en TVL (samen goed voor ruim €10 mrd) zijn in principe schenkingen, maar als er te veel is uitgekeerd, wordt dat deel ook een schuld.

Voor veel bedrijven zal de schuldenlast daarom flink zijn opgelopen. Sommige waggelen inmiddels al als zombies door de economie. Hoe bang moeten we daar precies voor zijn?

Deze week verscheen er een nieuw onderzoek dat het gevaar nuanceert. Een viertal Duitse en Amerikaanse economen verzamelde cijfers over bedrijfsschulden in zeventien landen sinds de negentiende eeuw en bekeek het effect van grote schulden op de conjunctuur. Hun conclusie (ik doe het onderzoek hier met mijn beknoptheid uiteraard tekort): een zakelijk krediet boom-and-bust brengt de economie geen langdurige schade toe. De schade is in elk geval minder dan bij een schuldencrisis van banken en huishoudens.

Belangrijk daarbij is wel dat het proces van faillissementen en schuldsanering niet te voorzichtig wordt aangepakt. Want juist die mogelijkheid van snelle sanering maakt dat bedrijfsschulden minder schadelijk zijn.

Zachte heelmeesters maken in dit geval dus zombies met stinkende wonden.

(FD)